Zoals de meeste Skudde-houders laat ik mijn ooien gewoon in de natuur lammeren en hou ik worpdatum, x-ling en kleur bij die worp (soms dagelijks) bij. Vandaag is het een belangrijke dag in de jonge lammerenkudde. Vandaag noteer ik voor het eerst met zekerheid het geslacht van de lammeren en heb ik de grootste lammeren, een stuk of 16 van in totaal 24, genummerd. “Geblikt” zoals de oude term luidt vanwege de vroeger voor kleine schapen gebruikelijke metalen oormerken van de vorige eeuw. De eis van ons eigen fokreglement om te nummeren binnen een maand heb ik niet gehaald. Die eis stamt nog uit die “blik”-tijd en zou eens geëvalueerd mogen worden. De huidige nummers die ik gebruik, vind ik te zwaar om in de oortjes van een lam van drie weken te hangen. Vanwege die omstandigheid hanteer ik eigenlijk al jaren een maand als vroegste richtlijn om te blikken. En dan hangt het nog af van de groei van het lam. Mijn eerste lammeren zijn dit jaar van 6 maart en zijn nu dus al zo’n 6 weken oud. Nu heb ik ervaren dat het nummeren van lammeren van twee maanden soms al een tijdrovende klus kan zijn omdat de dieren op die leeftijd al knap zelfstandig zijn en minder aan het moederdier klitten. Voor mij daarom een reden om tussen 3 en 6 weken te blikken.
Wat een circus! 16 ooien met in totaal 24 lammeren bij elkaar in één hok! Vooraf had ik al via mijn dierregistratie en mijn lijst van vrije oormerken een nummer-overzicht per worp gemaakt zodat ik alleen maar het goede lam bij het reeds genoteerde nummer moest zoeken. Vervolgens blikken en geslacht en kleur bij het nummer noteren. Beestje loslaten in de vangwei en de handeling herhalen als het een tweeling betreft. Vervolgens het moederdier nakijken (eventueel bekappen), loslaten en checken of ik de juiste lammeren geblikt heb. Nu eerst maar de laatst geworpen lammeren met hun moeders vrijgelaten: ze komen over een week of drie wel aan de beurt. Na de “gemakkelijke” gezinnetjes komen de wat lastiger te herkennen gezinnetjes. Nu heb ik nog maar 5 ooien met hun lammeren in mijn vanghok. Dat geeft weer voldoende overzicht en hou ik de controle op mijn fokkerij, ook bij de wat gestrestere dieren en hun lammeren.
Na een uurtje loopt alles weer vrolijk in de wei te dartelen en ga ik met mijn lijst huiswaarts om de nieuwe geboortes in te voeren in mijn dierregistratie. Fijn dat elke fokker dat met het nieuwe registratiesysteem van SFS nu zelf kan doen!
Leo van Nimwegen – De Lingewaal
Leuk jou systeem te horen Leo, ik speel op een andere manier op zeker. Bij mij lammeren de schapen binnen af, want ik wil vroege lammeren die kunnen dan in het volgende seizoen meedraaien. Na het aflammeren blijven de ooien met hun lammeren 4 dagen apart staan.
Ik geef dan de lammeren een halsbandje met een nummerplaatje om, zodat ik weet welke lammeren bij welke ooi horen. De huidige oornummers zijn veel te groot voor de klein skuddeoren bij het afspenen op circa 3 maanden krijgen ze dan de definitieve oornummers in.
Leuk om je dagboek te lezen. Ben zeer benieuwd hoe collega fokkers omgaan met de richtlijn en het praktische deel daarvan. Het nieuwe registratiesysteem vind ik ook zeer prettig om mee te werken. Groeten. Linda